Meteorologica
verklarende woorden lijst

  • Meteo start pagina

  • Uitleg pagina

  • Overzicht pagina

  • Anticycloon:.. Een gebied met hoge luchtdruk met voornamelijk dalende lucht en aan het aardoppervlakte uitvloeiende winden

    Bewolkingsgraad:..Word aangegeven in achtste delen van de hemel, dus half bewolkt is 4/8

    Buien:..Ontstaan in onstabiel, vochtige luchtstromen Door berghellingen (stijgende=afkoelende lucht) worden buiige luchtstromen gedwongen hun vocht in de vorm van regen of sneeuw los te laten, waardoor het aan de lijzijde van heuvels of bergen vrij van buien kan zijn

    Castellanus:..(kanteelvorming)Meestal flarden van Altostratus bewolking die tot cumulus vormige wolken uitgroeien. Voorbode van naderend onweersachtige buien (zie foto:7en 17)

    Condensstrepen:..van vliegtuigen zijn een hulpmiddel bij het bepalen van de snelheid en richting van de wind op groote hoogte. Als ze dicht zijn wijzen ze op de mogelijke aanwezigheid van een warmtefront. Als ze slechts kort zichtbaar blijven is de lucht op vlieghoogte betrekkelijk droog zodat geen belangrijke weersveranderingen zullen optreden. Door sterke bovenwinden worden condens strepen vrij snel uiteen gerafeld. Als dit zijwaarts gebeurt, staat de wind er dwars op.Als alleen rafelige golfvorming plaats vind waait de wind parallel aan de vliegrichting

    Cyclonale winden:..zijn winden die geleidelijk van richting veranderen b.v.als een depressie noordelijk van ons in noordelijke richting trekt draaien ze met de wijzers van klok mee , maar tegen de wijzers van de klok als de depressie ten zuiden van ons passeert

    Depressie:..Een gebied met voornamelijk stijgende lucht vergezeld van neerslag en sterke winden. Een depressie is een gebied met slecht weer, ofschoon een oude depressie zonder fronten nog geen slecht weer hoeft te brengen

    Floccus:..Een vorm van op een kudde wollige schapen lijkende altocumulus wolken. Meestal gepaard gaande met onweerachtig weer. Word vaak samen met castellanus waargenomen

    Fractus (of Fractostratus):..is een vorm van stratus die wordt waargenomen wanneer deze lage bewolking zich vormt , danwel uiteengejaagd wordt.

    Half bewolkt:..een gedeeltelijk bewolkte hemel tussen de 3/8 en 6/8 , geeft vrijwel geen neerslag

    Inversie:..Normaliter daalt de luchttemperatuur met de hoogte ca. 5.5 graad per 1000 meter .Daar 's-nachts bij rustige lucht het aardoppervlak afkoelt , koelt ook de lucht daar boven af en blijft de lucht in de hogere luchtlagen warmer.
    Deze luchtlaag waarin het temperatuur verloop is omgedraaid wordt "inversie" genoemd, Zeer sterke inversies kunnen zich voordoen wanneer de lucht van grote hoogten neerdaalt en verwarmd word.
    De tropopauze is een sterke permanente inversie waaronder alle weersverandering zich afspelen.
    Inversies houden een gesloten wolkendek zoals stratocumulus vast en vormen zodoende een "deksel" boven de lagere wolken

    Jetstromen:..(Straalstromen)Zeer snelle windstromen die om de gematigde en subtropische luchtstreken van beide halfronden kronkelen. Ze komen gewoonlijk voor op 10 km hoogte en staan in verband met het ontstaan en de voortbeweging van depressies

    Knoop:..Snelheidsaanduiding in zeemijlen per uur, een zeemijl = 1852 meter. Over vrijwel de hele wereld word hiermee in weerberichten voor scheep- en luchtvaart de windsnelheid aangegeven , dit word gaandeweg minder, tegenwoordig hoort men ook veel m/sec

    Koufront:..Het gebied tussen een warme luchtmassa(meestal tropisch maritiem) en een koude luchtmassa(meestal polair maritiem).
    Koufronten passeren meestal in de helft van de tijd die warmtefronten daarvoor nodig hebben. Het frontale oppervlak van een koufront helt achterover t.o.v. zijn bewegingsrichting en is bijna tweemaal zo steil als een warmtefront.

    Krimpen:..winden krimpen als zij tegen de zon in draaien linksom dus, b.v wind draait van Noordwest via West naar Zuid
    Een oude zeemansspreuk is:
    Krimpende winden en uitgaande vrouwen,
    Zijn voor geen halve cent te vertrouwen

    Luchtdrukverval:.. Het dalen of stijgen van de luchtdruk, de luchtdruk word om de 3 uur opgenomen, dit verval kent ook weer gradaties n.l.
    Zeer snel is 8 - 10 mb of meer binnen drie uur
    Snel is 6 - 8 mb binnen drie uur
    Matig is 3 - 6 mb binnen drie uur
    Langzaam is minder dan 3 mb binnen drie uur

    Luchtmassa's:..Deze worden aangevoerd van grote hoge-druk gebieden. men onderkent diversen soorten
    BenamingAfkortingWeertypeKomt van
    Maritiem tropischmtVeel bewolking met regen en motregen. Slecht zicht en mist
    (zie foto:9en10en en22)
    Azoren Hoog
    Maritiem polairmpBuien en opklaringen.Goed zicht(zie foto :11en12en13en 15)Pool Hoog
    Terugkerend maritiem polairtmpKoel maar goed weer.goed zicht (zie foto:19en21) Pool Hoog, maar gematigd door lange weg over de oceaan
    Continentaal polaircpIn de winter zeer koud en vaak bewolkt Siberisch of Scandinavisch Hoog
    Continentaal tropischctZeer warm en vaak onbewolkt(zie foto7en17)Zuid Europa of Noord Afrika Hoog

    >Mist:..kan ontstaan door afkoeling van de grond = stralingsmist.
    door verminging van twee luchtmassa's met verschillende temperatuur en/of vochtigheid =mengmist
    wanneer warme luchtmassa boven een koude grond aankomt, bv. bij snelle dooi of over koud water=zeerook

    Nebulosis:..is een vorm van zeer lage stratus

    Occlusie:..Koufronten bewegen zich sneller voort dan warmtefronten zodat een koufront uiteindelijk een warmtefront inhaalt en de warme lucht geleidelijk van het aardoppervlak opgetild word door de zwaardere koude lucht

    Onstabiele luchtstroom:..Dit is een luchtstroom waarin de lucht in een stijgende beweging is en tot grote hoogte opstijgt. Een inversie zal tenslotte verder stijging verhinderen. Onstabiele luchtstromen worden gekenmerkt door cumulusvormige wolken, opstijgende en verstrooide rook, goed zicht en gematigde temperaturen

    Onweders:..deze kunnen afzonderlijk voorkomen(warmte-onweders), in reeksen (frontale onweders), of in gebieden die vaak samengaan met dalende luchtdruk (zadels)
    Een enkele onweersbui is als het ware een koker met stijgende en dalende patronen met een levensduur van 20 tot 30 minuten. Als daarbij nog een frontale stijging komt
    , dan zullen de van grote hoogte vallende regen en hagel rondom de koker nieuwe koude zuilen doen ontstaan die de lucht weer in nieuwe kokers opheffen.Deze dochterskokers nemen dan de taak van de oude over en vormen vanaf 2000 meter of hoger weer nieuwe onweders

    Onweersachtige buien:..zijn herkenbaar aan verwarde strepen,flarden en golvingen in de opbouw op middelbare hoogte van de bewolking voor een warmte front. ze kunnen hier den daar erg zwaar zijn, maar groeien niet altijd tot onweer uit

    Pannus:..is een vorm van stratus bewolking die veroorzaakt wordt door onstuimige dwarrelwinden onder een wolkenmassief waaruit neerslag valt , en de lucht wordt opgeduwd en afgekoeld. deze neerslag zal niet altijd de grond bereiken , waardoor de lucht vochtig word. Pannus bewolking duidt op spoedige regenval en als het dan eenmaal regent kan pannus in een gesloten wolkendek overgaan op 300 meter of lager

    Rug van hoge druk:..Een gebied, meestal behorende bij een hoge druk gebied, waar de lucht in dalende beweging is

    Ruimen:..Winden die ruimen draaien met de zon mee , rechtsom dus ,b.v. de wind ruimt als hij draait van Zuidwest via West naar Noordwest

    Stabiele luchtstroom:..is een luchtstroom die als hij tot stijgen word gedwongen door terreinplooing of door warmte, de neiging heeft om weer te dalen. Een luchtstroom kan stabiele lagen boven onstabiele lagen bevatten of andersom. De kenmerken van een stabiele luchtstroom zijn : een gesloten wolkendek, neerdalende rook uit schoorstenen die zich langzaam verspreidt, slecht zicht en afwijkende temperaturen. Luchtstromen die warmer zijn dan het oppervlakte waarover ze strijken, zijn bij dat oppervlak stabiel

    Stratosfeer:..Het gedeelte van de dampkring boven de tropopauze.Er vinden daar geen weersontwikkelingen van enige betekenis plaats

    Trog:..een gebied, vaak een uitloper van een lage druk gebied, waar de lucht voornamelijk in stijgende beweging is, hetgeen aanleiding geeft tot regen en tijdelijke verslechtering van het weer. Een trog kan ontstaan in een vaak oud front, of in een onstabiele polaire luchtstroom voornamelijk aan de achterzijde van een depressie

    Tropopauze:..Het gebied in gematigde streken van de dampkring boven ca. 13 km, in de tropen op ca. 8 km en boven de polen op ca. 15 km ,dat een "deksel" vormt boven de weersontwikkeling door verdere stijgijng van de lucht vanaf de troposfeer te verhinderen. Het word gekenmerkt door een met de hoogte constant blijvend temperatuur

    Troposfeer:..Het gebied van de dampkring waar weersontwikkelingen plaatsvinden Het word gekenmerkt door de met hoogte dalende temperatuuur, een situatie die door de tropopauze word afgeremd

    Valstrepen:..neerslag buien van ijsnaaldjes afkomstig van meestal Cirrus. Onder het vallen verandert de richting daar de wind op lager niveau minder sterk is voor en boven een gebied met slecht weer. Ze lijken dan ook achter te blijven bij de wolken waaruit ze ontstaan zijn. Door het onderling verband tussen winden en temperaturen van luchtmassa's, wijzen de staarten van de strepen over het algemeen in de richting van de warme luchtmassa. Valstrepen voor een warmtefront wijzen dan ook dikwijls naar het zuidwesten, en die achter een koufront naar het zuidoosten. Dichte strepen gepaard gaande met een sterke daling van de windsnelheid met de hoogte, vormen de z.g.n. jetstroomwimpels(zie foto 1)Ze vormen strepen in een algemene richting voor minder sterk sprekende slecht weer gebieden zoals op foto 2 en op foto 3, en achter gebieden zoals op foto 16. Voor onweersachtige troggen in de zomer zijn ze dicht, kronkelig en meer verticaal. Als ze in verschillende richtingen dalen betekent dit meestal dat het goede weer zal aanhouden. Als ze in de richting van de beneden wind afwijken, wijzen ze op geen onmiddellijke verandering zie foto 20

    Virga:..Lage wolkenslierten die worden gezien onder de laagste gedeelten van passerende actieve fronten. Ze kunnen bijna de grond raken, vooral als het sneeuwt.

    Vorst:..Hiervoor is koude lucht bij een heldere hemel nodig. Hij treedt het eerst op in de laagten en op de tegen de wind beschutte plaatsen. De temperatuur van de grond daalt het eerst beneden het vriespunt. Als de afkoeling voortduurt, zal de vorst zich geleidelijk in de onderste luchtlaag voortzetten. Als vorst optreed bij een matige wind kan het strenge vorst worden

    Vrijwel onbewolkt:..Vrijwel onbewolkt is minder dan 3/8 bewolking en geeft geen neerslag. 's nachts heeft helder de zelfde betekenis

    Warmtefront:..Het grensgebied tussen een koel of koude luchtmassa en een warme luchtmassa. De betreffende luchtmassa's zijn voor het voor het front polair maritiem en achter het front tropisch maritiem
    Het warmtefront is daar waar een warm frontaalfront het aardoppervlak bereikt, terwijl het front zijn naam dankt aan de lucht erachter

    Warmtesector:..De door de warme en koude fronten van een depressie ingesloten tropische maritieme luchtmassa

    Winterhelft van het jaar:..Dat gedeelte van het jaar waarin de slechtste maanden voorkomen, dat wil zeggen de koudste en de stormachtigste. Ze hoeft niet samen te vallen met de officiële wintertijd en kan van de herst tot de lente voortduren

    Zadel:..Het gebied met geringe luchtdruk verschillen tussen twee hoge- of lage-druk gebieden in

    top

    :: site updates ::

    Jan.2003

    copyright © 2003
    A.J. van't Wout